Van 2 tot 5 september 2021 stelt Electric Shadows een eerste festival voor in De Cinema in Antwerpen. Na een succesvol online evenement rond Taiwanese film in april vormt ditmaal het bioscoopscherm het speelterrein voor eigenzinnige Aziatische films.
Zintuiglijk en scherpzinnig. Het festival Electric Shadows verwelkomt Aziatische cinema die doet denken en dromen. Het dwaalt langs een rivieroever met de trefzekere tableaufilm Dwelling in the Fuchun Mountains als opener en schuift ten slotte aan tafel bij Tsai Ming-liang voor diens tedere portret Days. Tussen de eerste fictiefilm van de jonge maker Xiaogang Gu en de recentste film van een moderne meester tekent zich een traject van ontdekken en herontdekken.
Terugblikkend huldigt Electric Shadows de gerestaureerde kortfilms van de onterecht vergeten Richard Chen, een generatiegenoot van Mou Tun-fei, van wie het festival eerder dit jaar nog twee vroege werken in de schijnwerper plaatste tijdens Voices of Youth. Unseen Taiwanese films of the 1960s. Een vervolgprogramma daarop draait nu rond Chens The Mountain (1966), waarin Mou Tun-fei en enkele vrienden praten over hun aspiraties als aankomende artiesten. Tijdens de online lezing in april beschreef filmhistoricus Wafa Ghermani haar verbazing over die film: “Toen ik die korte documentaire voor het eerst zag, was ik verbijsterd. Het was de eerste keer dat ik jonge Taiwanezen uit de sixties zo vrij hoorde praten.” Naast een treffend tijdsportret zijn de vier films van Richard Chen ook een stilistische vingeroefening van een jonge cineast die zich bekwaamde via een filmopleiding in de VS en daar onder meer de hippiehymne California Dreamin in de oren knoopte. In het Taiwanese retrospectieve luik toont Electric Shadows ook de recente restauratie van het drama Typhoon (1962). Daarin plaatst Pan Lei (1927-2017) de genderrollen op scherp in een film die zich loswerkt uit de hokjes van staatspropaganda, genres en morele conventies.
Een tweede retrospectieve programma richt zich op Vietnam en de beeldvorming van dat land en zijn inwoners. Documentairemaker en filmessayist Nguyen Trinh Thi reconstrueert in Vietnam the Movie (2016) het oorlogsverleden van haar thuisland via een montage van filmclips uit Hollywood, Europa en Azië. Vietnam laat zich niet beperken tot de oorlogen die de Fransen en Amerikanen er uitvochten. Toch bepaalt het koloniale strijdtoneel het beeld van het Aziatische land in het Westen. In Eleven Men (2016) verfilmt ze een kortverhaal van Franz Kafka met behulp van bestaand beeldmateriaal met de Vietnamese actrice Nhu Quynh. In Letters from Panduranga (2015) en Fifth Cinema (2018) reflecteert Nguyen Trinh Thi met krachtig, poëtisch inzicht over de positie van man en vrouw, over cultureel nalatenschap en over haar rol als kunstenaar-onderzoeker. De montage van botsende beelden en verwachtingen in Fifth Cinema, met poëtische reflecties, archiefbeelden en opnames van haar eigen dochter, is de voorlopige culminatie van haar werk als essayistisch filmmaker.
Het Vietnamese luik van Electric Shadows wordt afgerond met een selectie nieuwe kortfilms van jonge makers: The Unseen River (2020) van Lan Pham Ngoc, The Eternal Springtime (2020) van Viet Vu en Les attendants (2021) van Minh Quy Truong. Die laatste twee komen ook naar het festival om toelichting te geven bij hun verkenning van familiebanden, vriendschappen en sensualiteit.
Die thema’s drijven ook voorbij in het misleidend lichtvoetige Three Adventures of Brooke (Sissi Deng, 2018). Drie verhalen over een jonge vrouw, driemaal een platte band, drie subtiele zoektochten naar identiteit geholpen door unieke ontmoetingen. In een heel ander kader gaan in Come Here (Anocha Suwichakornpong, 2021) vier Thaise twintigers op zoek naar wie ze zijn. Een ansichtkaart uit zijn jeugd triggert de Chinese kunstenaar Lei Lei dan weer om het verleden van zijn familie in te duiken. Met beeld- en geluidsfragmenten uit films, gevonden foto’s en propagandabeelden maakt hij cinema tot een herinneringsmachine. Terwijl A Bright Summer Diary (2020) in en uit het verleden springt, reflecteert Lei Lei op de nostalgische inkleuring van wat (n)ooit was. Herinneringen staan opnieuw centraal in Breathless Animals (2019), dat de modernisering van China opnieuw opvoert, terwijl een vrouw herinneringen ophaalt aan haar jeugd in de jaren zeventig. Duidelijk urgent in het hier en nu is Ushiku (2021). Daarin filmt Thomas Ash met een verborgen camera asielzoekers die zonder perspectief worden vastgehouden in het immigratiecentrum Ushiku, vlak bij Tokio. Vastberaden de mensenrechtenschendingen politiek op de kaart te zetten, legt hij samen met de gevangenen de vinger op de cynische migratiepolitiek van Japan.
Zintuiglijk en scherpzinnig. Het festival Electric Shadows verwelkomt Aziatische cinema die doet denken en dromen. Het dwaalt langs een rivieroever met de trefzekere tableaufilm Dwelling in the Fuchun Mountains als opener en schuift ten slotte aan tafel bij Tsai Ming-liang voor diens tedere portret Days. Tussen de eerste fictiefilm van de jonge maker Xiaogang Gu en de recentste film van een moderne meester tekent zich een traject van ontdekken en herontdekken.
Terugblikkend huldigt Electric Shadows de gerestaureerde kortfilms van de onterecht vergeten Richard Chen, een generatiegenoot van Mou Tun-fei, van wie het festival eerder dit jaar nog twee vroege werken in de schijnwerper plaatste tijdens Voices of Youth. Unseen Taiwanese films of the 1960s. Een vervolgprogramma daarop draait nu rond Chens The Mountain (1966), waarin Mou Tun-fei en enkele vrienden praten over hun aspiraties als aankomende artiesten. Tijdens de online lezing in april beschreef filmhistoricus Wafa Ghermani haar verbazing over die film: “Toen ik die korte documentaire voor het eerst zag, was ik verbijsterd. Het was de eerste keer dat ik jonge Taiwanezen uit de sixties zo vrij hoorde praten.” Naast een treffend tijdsportret zijn de vier films van Richard Chen ook een stilistische vingeroefening van een jonge cineast die zich bekwaamde via een filmopleiding in de VS en daar onder meer de hippiehymne California Dreamin in de oren knoopte. In het Taiwanese retrospectieve luik toont Electric Shadows ook de recente restauratie van het drama Typhoon (1962). Daarin plaatst Pan Lei (1927-2017) de genderrollen op scherp in een film die zich loswerkt uit de hokjes van staatspropaganda, genres en morele conventies.
Een tweede retrospectieve programma richt zich op Vietnam en de beeldvorming van dat land en zijn inwoners. Documentairemaker en filmessayist Nguyen Trinh Thi reconstrueert in Vietnam the Movie (2016) het oorlogsverleden van haar thuisland via een montage van filmclips uit Hollywood, Europa en Azië. Vietnam laat zich niet beperken tot de oorlogen die de Fransen en Amerikanen er uitvochten. Toch bepaalt het koloniale strijdtoneel het beeld van het Aziatische land in het Westen. In Eleven Men (2016) verfilmt ze een kortverhaal van Franz Kafka met behulp van bestaand beeldmateriaal met de Vietnamese actrice Nhu Quynh. In Letters from Panduranga (2015) en Fifth Cinema (2018) reflecteert Nguyen Trinh Thi met krachtig, poëtisch inzicht over de positie van man en vrouw, over cultureel nalatenschap en over haar rol als kunstenaar-onderzoeker. De montage van botsende beelden en verwachtingen in Fifth Cinema, met poëtische reflecties, archiefbeelden en opnames van haar eigen dochter, is de voorlopige culminatie van haar werk als essayistisch filmmaker.
Het Vietnamese luik van Electric Shadows wordt afgerond met een selectie nieuwe kortfilms van jonge makers: The Unseen River (2020) van Lan Pham Ngoc, The Eternal Springtime (2020) van Viet Vu en Les attendants (2021) van Minh Quy Truong. Die laatste twee komen ook naar het festival om toelichting te geven bij hun verkenning van familiebanden, vriendschappen en sensualiteit.
Die thema’s drijven ook voorbij in het misleidend lichtvoetige Three Adventures of Brooke (Sissi Deng, 2018). Drie verhalen over een jonge vrouw, driemaal een platte band, drie subtiele zoektochten naar identiteit geholpen door unieke ontmoetingen. In een heel ander kader gaan in Come Here (Anocha Suwichakornpong, 2021) vier Thaise twintigers op zoek naar wie ze zijn. Een ansichtkaart uit zijn jeugd triggert de Chinese kunstenaar Lei Lei dan weer om het verleden van zijn familie in te duiken. Met beeld- en geluidsfragmenten uit films, gevonden foto’s en propagandabeelden maakt hij cinema tot een herinneringsmachine. Terwijl A Bright Summer Diary (2020) in en uit het verleden springt, reflecteert Lei Lei op de nostalgische inkleuring van wat (n)ooit was. Herinneringen staan opnieuw centraal in Breathless Animals (2019), dat de modernisering van China opnieuw opvoert, terwijl een vrouw herinneringen ophaalt aan haar jeugd in de jaren zeventig. Duidelijk urgent in het hier en nu is Ushiku (2021). Daarin filmt Thomas Ash met een verborgen camera asielzoekers die zonder perspectief worden vastgehouden in het immigratiecentrum Ushiku, vlak bij Tokio. Vastberaden de mensenrechtenschendingen politiek op de kaart te zetten, legt hij samen met de gevangenen de vinger op de cynische migratiepolitiek van Japan.
Meer informatie over Electric Shadows vind je op de website van het festival: www.electricshadows.be.