Tienduizenden mensen in Nieuw-Zeeland demonstreren eind vorig jaar tegen een wetsvoorstel dat de beschermde positie van de Maori’s in gevaar zou brengen. Naar schatting waren vijftigduizend mensen op de been om de laatste etappe van de mars naar de hoofdstad Wellington te lopen.
Onder hen waren Maori’s in traditionele kleding, maar ook anderen die het behoud van de stam ondersteunen. Ze zwaaiden met vlaggen en riepen leuzen die gaan over de soevereiniteit van de Maori’s.

Het protest volgde op een wetsvoorstel van David Seymour, leider van coalitiepartij ACT New Zealand. Hij stelt dat het zogenoemde Verdrag van Waitangi ongelijkheid in de hand werkt. Hij wilde het verdrag daarom aanpassen.

In het verdrag uit 1840 staat de relatie tussen Maori’s en niet-Maori’s uitgelegd. Zo staat vast dat de overheid misdaden tegen de oorspronkelijke bevolking moet aanpakken en dat de Maori’s het recht hebben om hun cultuur te beschermen. Het verdrag stelt ook dat alle Nieuw-Zeelanders gelijk zijn. Maar dat verdrag, dat in twee talen is geschreven, wordt verschillend geïnterpreteerd. Volgens Maori’s zouden zij ‘ongestoord mogen genieten van hun grondgebied en natuur’. Maar in de Engelse versie gaat dit alleen over grond die al door Maori’s werd bewerkt. Dat verschil zorgt al jaren voor conflict.

Het wetsvoorstel kreeg geen brede steun, maar leidde wel tot grote woede onder de bevolking, academici en mensenrechtenorganisaties.
Bron: Nu.nl
Foto’s: Shutterstock