Alfred Birney spuwt zijn gal

Kees Schepel
Er gebeuren natuurlijk in de wereld van 2020 te veel dingen in het echte leven om maar de boel de boel latend in een hoekje te gaan zitten. Voldoende drank en ander lekkers bij de hand, de nieuwe Dylan voluit, of Drive-By Truckers, Lucinda Williams, Ray Lamontagne. God, wat is er de afgelopen maanden toch een hoop moois verschenen. De wereld is niet mooi, maar er zijn gelukkig nog een hoop vrije en creatieve geesten die er bij tijd en wijle toch nog een vrolijke bende van maken. Of misschien geen vrolijke, maar dan toch wel iets met veel fraais.
En zo zul je altijd zien: ware kunst met hoofdletters KUNST raakt altijd aan de diepste kern van het leven. Met Cliënt E.Busken verscheen nog voor het tijdperk van de Coronaatjes van Jeroen Brouwers weer een boek. En ook nu hij de Overzijde steeds rapper nadert tovert hij gewoon weer een groots werk tevoorschijn. De taal, de thematiek, de volstrekt unieke manier van componeren met taal en inhoud; kom daar nog maar eens om… Van binnenuit beschreven gemopper van een zich stom en doof houdend heerschap. Meneer Busken is blijkbaar terecht gekomen in een tehuis voor dementerenden, en hij registreert en becommentarieert alles. Vermakelijk, meeslepend en uiteindelijk ook volstrekt vernieuwend.

  • Het is heerlijk ongegeneerd spuien op een manier waar je van mag hopen dat het ook in deze door de omstandigheden gedwongen politiek en moreel correcte tijden nog mogelijk mag blijven.

In In de Wacht vertelt Alfred Birney, een stuk minder vernieuwend maar daarom niet minder vermakelijk, over zijn alter ego Alan Noland die met ernstige hartklachten in het ziekenhuis terecht is gekomen. Ook Noland moppert erop los, maar hij communiceert nog wel, met de zusters, met zijn kamergenoot, met zijn bezoekers. Noland is voor lezers van Birney’s werk herkenbaar; zijn verzameld werk komt voorbij. De kostscholen, de gewelddadige vader, zijn moeder de Helmondse schoenmakersdochter. Het is heerlijk ongegeneerd spuien op een manier waar je van mag hopen dat het ook in deze door de omstandigheden gedwongen politiek en moreel correcte tijden nog mogelijk mag blijven.
Al met zijn eerste boeken, eind jaren tachtig van de vorige eeuw, Tamara’s Lunapark, Bewegingen van Heimwee, Vogels rond een Vrouw, was Birney toch, misschien in beperktere kring, een gerespecteerd schrijver. Maar de ‘doorbraak’ met De Tolk van Java zal, hoezeer die hem ook gegund is, ook voor hem toch enigszins als een verrassing gekomen zijn. Behalve een bak met geld ontving hij ook ineens de vast af en toe wat overweldigende adoratie van de bij zo’n doorbraak horende horde bewonderaars. Met name de gebruikelijke groep dames van middelbare leeftijd buitelde over elkaar heen, op Feestboek en in het echte leven. Zeker onder de Indische dames stak vrijwel direct de trots en de annexatie de kop op… tot het toch al niet te sterke hart het niet meer aan kon. En dat was jammer.
Maar de gelauwerde auteur richtte zich gelukkig weer op. Wat mij betreft was vervolgens de Privé-Domein uitgave Niemand Bleef, hoewel eervol, niet overdreven noodzakelijk. Maar met In de Wacht is er toch iets moois uit voortgekomen.
Alfred Birney
In de wacht
De Geus, € 22,50
ISBN 9789044543384